Jozua 8:19

SVToen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.
WLCוְהָאֹורֵ֡ב קָם֩ מְהֵרָ֨ה מִמְּקֹומֹ֤ו וַיָּר֙וּצוּ֙ כִּנְטֹ֣ות יָדֹ֔ו וַיָּבֹ֥אוּ הָעִ֖יר וַֽיִּלְכְּד֑וּהָ וַֽיְמַהֲר֔וּ וַיַּצִּ֥יתוּ אֶת־הָעִ֖יר בָּאֵֽשׁ׃
Trans.wəhā’wōrēḇ qām məhērâ mimməqwōmwō wayyārûṣû kinəṭwōṯ yāḏwō wayyāḇō’û hā‘îr wayyiləkəḏûhā wayəmahărû wayyaṣṣîṯû ’eṯ-hā‘îr bā’ēš:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Rennen

Aantekeningen

Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

הָ

-

אוֹרֵ֡ב

de achterlage

קָם֩

Toen rees

מְהֵרָ֨ה

haastelijk

מִ

-

מְּקוֹמ֤וֹ

haar plaats

וַ

-

יָּר֙וּצוּ֙

en zij liepen toe

כִּ

-

נְט֣וֹת

uitgestrekt had

יָד֔וֹ

met dat hij zijn hand

וַ

-

יָּבֹ֥אוּ

en kwamen

הָ

-

עִ֖יר

aan de stad

וַֽ

-

יִּלְכְּד֑וּהָ

en zij namen ze in

וַֽ

-

יְמַהֲר֔וּ

en zij haastten zich

וַ

-

יַּצִּ֥יתוּ

en staken

אֶת־

-

הָ

-

עִ֖יר

de stad

בָּ

-

אֵֽשׁ

met vuur


Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!